Veelgestelde vragen av


We organiseerden voorafgaand aan de algemene vergadering 18 informatieve, digitale sessies om uitgebreid op uw vragen en bezorgdheden in te gaan. De vragen en antwoorden uit de sessies bundelen we hier. Neem dus zeker een kijkje, de kans is groot dat u hier het antwoord op uw vraag vindt.

cornerDubbel
cornerDubbel

De vragen zijn onderverdeeld in volgende categorieën:

Vragen met (*) zijn toegevoegd naar aanleiding van de vragen op de algemene vergadering.


Pellets en briketten

Als we kijken naar het energieverbruik bij huishoudens, gaat slechts een klein deel naar elektriciteit. Een veel groter aandeel gaat naar transport en verwarming. In het debat over groene energie wil Ecopower inzetten op deze warmtevraag. De keuze voor de pelletfabriek is overigens na ruim debat in de algemene vergadering gemaakt. Het is een element in de transitie naar 100% hernieuwbare energie. Niet voor overal, eerder in het buitengebied, als alternatief voor stookolie, steenkool of houtverbranding. Een pelletketel is een optie om met hernieuwbare energie te verwarmen. Meer informatie en veelgestelde vragen vindt u in ons pelletdossier.

Op het moment van de ontwikkeling van het project was de prijs van pellets hoger en was er een positief businessmodel. Nadien zijn de prijzen omlaaggegaan. We hadden ook verwacht om meer rechtstreeks aan eindklanten te kunnen verkopen.  Nu verkopen we vooral aan handelaars en dat loopt ondertussen goed. In de loop van 2019 is de verkoopprijs gestegen, in heel de markt. Dat wordt doorgezet voor heel 2020.. Het doel voor de pelletfabriek voor 2020 is om operationeel break-even te draaien. Met lagere prijzen voor aankoop van bronmateriaal en hoger volume van productie komt de fabriek uit de rode cijfers.

Ecopower ziet de pelletfabriek als zuivere biomassa, een alternatief voor steenkool, aardolie enz. Het is een kleine fabriek, gericht op huishoudelijke verwarming, waarbij de biomassa maximaal nuttig wordt gebruikt. Houtpellets voor elektriciteitsproductie vinden we niet te verantwoorden. Op CO2-reductie scoort de pelletfabriek bijzonder goed. In 2019 vermeden we met alle installaties van Ecopower 65.000 ton CO2. Daarvan is ruim 28.000 ton toe te wijzen aan de pelletsproductie. 1 kWh uit pellets geeft 22,5 gram CO2-uitstoot. In dat getal zit ook alle transport, productie enz. Ter vergelijking: voor 1 kWh uit windenergie is dat 11 gram CO2 en 1 kWh uit zonne-energie geeft 45 gram CO2-uitstoot.

De uitstoot van fijn stof is een heikel punt. In sommige studies krijgen houtpellets dezelfde uitstoot toegewezen als gewone houtverbranding. Dat is niet correct. Houtpellets zijn een genormeerde brandstof die in een genormeerde ketel of kachel gaat. Het resultaat is een heel zuivere verbranding. Als deze installatie aangevuld wordt met een fijnstoffilter, is er op de uitstoot niets meer aan te merken.

Zonder omhulsel van de pallet, valt het uit elkaar en worden de briketten nat. Het voordeel is dan verloren. Alternatieven met papier of karton zijn ecologisch veel nadeliger: een grote energiekost om te maken en veel waterverbruik. Een systeem met bigbags zou financieel een serieuze meerkost zijn en is ook maar voor sommige mensen aanvaardbaar. Ecopower heeft hier over gedacht, maar (nog) geen betere oplossing gevonden.

De fabriek is heel klein in vergelijking met de houtmarkt. Alle bossen in België en de buurlanden voldoen aan de normen van duurzaam bosbeheer. Standaard gebruikt de fabriek de toppen van de bomen die dienen voor constructiehout. Dat deel is niet interessant voor de zagerijen. Dat kan vlot geleverd worden uit de buurt (< 150 km). Afgelopen jaar is er wat veranderd door de komst van een kever, de letterzetter, die bomen ziek maakt waardoor ze afsterven. Nu is er een aanbod van aangetast hout. De aangetaste bomen moeten gekapt worden en zijn niet geschikt voor de zagerijen. Niet alleen is de prijs lager, het is ook interessant omdat het hout droger is.

Mensen met stookolieketels zijn een doelgroep voor pelletketels. Door een daling van de prijzen is er dus weinig stimulans om over te schakelen. Maar de hoeveelheid mensen die nu al houtpellets kopen, volstaat voor onze kleine fabriek.

Dat doen we niet omdat de kosten die gepaard gaan met ecocheques hoog zijn.

Na de prijsverhoging in 2019 zal de prijs in 2020 niet veel veranderen.

In andere landen en Wallonië zien we wel ondersteuning voor pelletverwarming. In Vlaanderen verwachten we hiervoor geen ondersteuning, gelet op de kritische houding tegenover houtverbranding van de Vlaamse milieumaatschappij. Een ondersteuning voor fijnstoffilters - bij nieuwe, moderne installaties - is misschien een optie die er wel kan komen.


Financieel

We maken inschattingen van de coronacrisis en volgen het verloop verder op. Er zijn risico’s maar sommige hebben weinig met de crisis te maken. Het belangrijkste is dat Ecopower volledig verder werkt. Grotendeels van thuis uit, met een beperkte bezetting op kantoor. In de pelletsfabriek is er ruim voldoende afstand tussen de operatoren om verder te werken. We onderscheiden een mogelijke impact op vijf vlakken:

  • De ontwikkeling van windprojecten loopt gewoon door, voor de zonne-installaties kan er wel vertraging zijn omdat scholen en overheden minder bereikbaar zijn.
  • De marktprijs van de elektriciteit is laag. Hier is corona slechts een van de invloeden. Die marktprijs heeft voor 2020 beperkt invloed op Ecopower. Het grootste deel van onze elektriciteit is vastgelegd aan een vaste prijs, vóór de coronacrisis.
    Als mensen vandaag een prijsvergelijking maken, zijn wij misschien nu niet meer zo voordelig als een tijd geleden, maar over 6 maanden misschien weer wel. We proberen een stabiele prijs te behouden en volgen niet de bokkensprongen van de markt.
  • Mensen die minder goed betalen, zien we bij elke crisis. Een effect van wanbetalingen bij klanten is nu nog niet zo zichtbaar. Dit kan wel impact hebben maar het gaat over beperkte bedragen. Algemeen hebben we heel trouwe klanten. Als er toch wanbetalers zijn, hebben we een goede opvang met afbetaalplannen. Voor klanten waarvoor wij geen oplossing vinden, werken we met MyTrustO. Dat is geen klassiek incassobureaus. Ze kijken naar het geheel van de problemen bij mensen in moeilijkheden en zorgen ervoor dat de kosten niet oplopen, zodat er geen negatieve spiraal is.
    Op dit moment zit het effect vooral bij kleine bedrijven/organisaties van wie de activiteiten volledig zijn stilgevallen. De impact voor Ecopower is niet zozeer financieel, eerder in werkuren en vertraging in de betaling. Zij vragen bijvoorbeeld om het bedrag van hun voorschotfacturen aan te passen, nu ze nauwelijks nog elektriciteit verbruiken. Dat doet de klantendienst en daar kruipt tijd in.
  • Wat de pellets betreft, zien we twee tendensen. Langs de ene kant wordt er wat gehamsterd, vooral door de handelaars wordt er meer aangekocht. Langs de andere kant schuiven sommige aankopers de contractbesprekingen voor zich uit.
  • Er is een risico op negatieve interesten omdat Ecopower veel cash heeft. De komende investeringen kunnen ons hierbij helpen.

De inschatting is dat er effecten zijn, maar dat ze niet zo heel groot zijn. Zeker als we dat vergelijken met de reserve die we dit jaar aanvullen. 

We denken dat de impact van corona op Ecopower niet erg groot zal zijn. We zijn niet stilgevallen. De bovengenoemde risico’s zijn niet van die aard om het dividend aan te passen.

We zijn sterk in het ondersteunen van coöperanten. We kunnen goede afbetalingsplannen afspreken. Ecopower is daar nu al sterk in en financieel sterk genoeg.
Kwijtschelden van betalingen ligt moeilijker. Immers: op welke basis? Er zijn ook stemmen die vinden dat we geen liefdadigheid moeten organiseren. De boodschap van een sociale houding naar de zwaksten in de samenleving is gehoord in de infosessies en het is aan het bestuursorgaan om hier verstandig mee om te gaan. Dat kan met de voorziene reserves.

Voor Ecopower is de hoofdactiviteit het investeren in hernieuwbare energie. De levering van elektriciteit is in feite de nevenactiviteit. Het is een service aan onze coöperanten, waarmee ze hun eigen opgewekte elektriciteit kunnen thuis gebruiken.

De pellets- en brikettenfabriek, waterkracht, biomassa worden niet als nevenactiviteiten gezien en hebben geen invloed op de prijs van de elektriciteit. Elektriciteitslevering is en blijft kostendekkend. Er zijn twee spanningsvelden:

  1. De prijs die gebruikt wordt om het gedeelte elektriciteit vast te leggen tussen productie en verbruik. Hoe hoger die prijs, hoe gunstiger voor de projecten, hoe lager, hoe gunstiger voor de elektriciteitslevering. We kiezen een moment om vast te leggen en nemen dan de actuele marktprijs. Als die marktprijs daarna daalt, dan is ons voorstel net iets minder gunstig, als die marktprijs stijgt, dan is ons voorstel net heel gunstig.
  2. Ecopower heeft een vaste prijs per kWh en we houden de prijs – als het kan – gelijk over het jaar. De bedoeling is dat de klant heel goed zijn kosten kan narekenen en gemotiveerd is om minder te verbruiken.

Stel dat we enkel elektriciteit zouden leveren, dan zouden we die kopen en we zouden ze kostendekkend verkopen. De prijs zou dezelfde zijn als nu en de winst van het bedrijf nul (gemiddeld over de jaren). Stel dat we enkel projecten zouden doen, dan zouden we de elektriciteit van de projecten aan dezelfde prijs verkopen (weliswaar aan een derde partij). Het resultaat van het bedrijf zou hetzelfde zijn als nu.

Eventuele bezorgdheid om verlieslatende 'nevenactiviteiten' slaat enkel op de pelletsfabriek. De andere elementen hebben geen negatieve invloed op de jaarrekening. Een overgrote meerderheid van de algemene vergadering heeft die keuze goedgekeurd. Het wordt niet beschouwd als een nevenactiviteit. Het speelt in op een belangrijke omzetting van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie. Zonder dat we pretenderen dat dit de unieke oplossing is. We proberen in de komende jaren ook in te zetten op warmtenetten op basis van recuperatiewarmte. Ook dat is een risico, maar we proberen dat zo beperkt mogelijk te houden.

Die procedure is nog helemaal niet afgelopen. Veiligheidshalve is het volledige bedrag in kost genomen in 2018.

Er wordt gewerkt met een wekelijkse facturatie en een waarborg. Dat biedt garanties tegen een herhaling van dit scenario.

Er waren drie lopende leningen voor de windprojecten van Asse, Beersel en Houyet. Twee van die leningen zijn volledig afgelost in 2019, één loopt af in de komende maanden.

De lengte van die leningstermijnen zijn gemodelleerd op de natuurlijke instroom van kapitaal en de bijkomende investeringen. Er is ongeveer 2 miljoen euro kapitaal bijgekomen en ongeveer 2 miljoen euro lening afgelost.

We keren de winst uit die er is. Er wordt ook 400.000 euro in reserve genomen. Het risicoprofiel van Ecopower is laag, waardoor die 2% aanvaardbaar lijkt.

Het bestuursorgaan vindt dat er een vergoeding kan zijn voor het geïnvesteerde kapitaal. Mensen stappen in met verschillende motieven. Een redelijke opbrengst is een motief voor sommige coöperanten.

Voorlopig is de natuurlijke aangroei van kapitaal voldoende om alle projecten te financieren. We hadden eind 2019 10 miljoen euro klaar staan voor de komende investeringen. Waar nodig zullen we een lening nemen, die op enkele jaren kan ingevuld worden met kapitaal. Als we straks toch heel veel en/of grote projecten kunnen realiseren, is een oproep voor extra kapitaal een mogelijkheid. We hebben in feite nog nooit actief campagne gevoerd om kapitaal. Uit enquêtes blijkt hier nog veel potentieel te zijn. Er is ook de mogelijkheid om gebruik te maken van de Europese samenwerking tussen hernieuwbare-energiecoöperaties.

Het gaat over een deel van de zichtrekening die op een specifieke rekening staat die opzegbaar is op een maand tijd. Ruim tijd genoeg voor onze investeringen. Het is als voorbereiding om te vermijden dat er negatieve interesten zouden aangerekend worden.


Windprojecten

Er lopen heel wat vergunningsdossiers. Op onze projectpagina vindt u alle informatie over lopende projecten en hun status. Er zijn ook projecten die nog te pril zijn om over te communiceren, omdat er anders kapers op de kust komen. Dat is niet zoals we het zouden willen. Liever betrekken we de bevolking van in het begin, maar nu moeten we noodgedwongen naar de mensen met een project dat al verregaand vorm heeft. (Zie beroepsprocedures)

Jammer genoeg krijgt bijna elke vergunningsaanvraag voor windturbines te maken met een beroepsprocedure.

Er is een beweging die zich organiseert, van mensen die tegen windprojecten zijn. Dat is zowel in Vlaanderen als in andere landen.

Ons model waarbij de buurt eigenaar wordt van de windturbine zorgt ook voor ondersteuning van de projecten.   

In het ideale geval wordt de communicatie goed op voorhand georganiseerd. Eeklo is een droomvoorbeeld. Hier hebben we geen beroepsprocedures gekend. Die ideale communicatie kan niet meer omdat andere projectontwikkelaars dan gronden in de buurt onder contract brengen en het project overnemen.

Een verbetering is wel dat er nu één omgevingsvergunning moet worden aangevraagd, in plaats van een milieu- én een bouwvergunning. De procedure is steeds zwaarder geworden, de prijs voor het ontwikkelen van een project wordt steeds hoger.

Voor elk windturbineproject worden grondige studies gedaan. De milieu-impact zit daar bij. Het zijn die grondige studies die bepalen of bomen kappen te verantwoorden is of niet.

Als het om een kwetsbare zone gaat, zal compensatie moeilijker te realiseren zijn. Soms kan een open ruimte in een bos kappen, tot een ecologische meerwaarde leiden. Het zijn ook geen hectaren bos die gekapt worden, maar eerder kleinere plekken. In elk geval moet elke gekapte boom gecompenseerd worden op een andere locatie. Voor een project op industrieterrein is de kans op een positieve beoordeling – dat het kappen van bomen met compensatie te verantwoorden is – eerder groot.

We hebben momenteel 5,5 MW aan zonnepanelen. Dat is een derde van de investering in windturbines en het is dus zeker geen marginale investering. We investeren als er voldoende rendabiliteit is: de wetgever veranderde de regels en creëerde een negatieve sfeer, wat voor onzekerheid zorgt. Het investeren in windturbines duurt inderdaad lang maar de rendabiliteit ligt hoger. Toch willen we in 2020 zeker verder inzetten op zonnepanelen.

Het idee om nabij een wijk een kleinere buurtwindturbines te zetten, valt niet uit te sluiten, maar is bijzonder moeilijk. Vooral meer in het binnenland, omdat er weinig wind is. Ook daar zal er rekening moeten gehouden worden met geluid en schaduw. Zo een project vergt wellicht evenveel tijdsinvestering als een grotere windturbine. De eerste mogelijkheden zijn wellicht op plaatsen waar er veel verbruik is, bv. dicht bij een landbouwbedrijf.

Ecopower onderzoekt de mogelijkheid om deel te nemen aan de aanbesteding van volgend jaar voor het bouwen van windturbines op zee. Omdat dit grotere projecten zijn waar veel kapitaal nodig is en nogal wat risico, zal hiervoor samengewerkt worden met andere partners; alvast met andere hernieuwbare-energiecoöperaties in Vlaanderen en Europa.

In principe hebben windturbines een levensduur van 20 jaar. Ook de vergunningen waren vroeger voor 20 jaar. Sommige windturbines zullen mogelijk vroeger vervangen worden door grotere installaties, andere – zoals onze eerste windturbines in Eeklo – krijgen een verlenging van de vergunning en kunnen nog een aantal jaren extra draaien – zolang ze technisch in orde zijn.

Voor de twee windturbines op het industrieterrein is een verlenging van de vergunning gevraagd en verkregen. De windturbine aan het sportterrein wordt een jaar na de ingebruikname van de nieuwe windturbine aan de Huysmanhoeve afgebroken. Die past niet meer in de nieuwe ruimtelijke plannen.

Tot op heden geeft de jaarproductie van Eeklo een vrij goed beeld voor de windproductie van alle windparken. We hebben uiteraard ook andere meerjarige relevante gegevens die dezelfde tendens aangeven. Vanaf 2020 zal dat niet meer zo zijn, door een defect in de Verheylegatmolen (aan de breekwerf).

Elk vergunbaar en rendabel windproject willen wij graag onderzoeken. In de praktijk is de ontwikkeling van verticale-as-turbines (waaronder spiraalturbines) trager dan de bekendere horizontale-as-turbines. De vermogens zijn op dit moment dikwijls kleiner en het rendement lager.

In Oost-Vlaanderen investeert Ecopower volop. Net nog in de bijkomende windturbine in Eeklo. In West-Vlaanderen heeft Ecopower een turbine in Gistel. Met de strenge vergunningsregels is het daar niet evident om bijkomende investeringen te doen in wind.


Windturbine Huysmanhoeve

Onze windturbine is technisch klaar en gekeurd maar we wachten nog op Fluvius voor de ingebruikname van de afschakelkast in de cabine. Door de coronamaatregelen is dat uitgesteld.

Dat hangt ervan af wat Volterra nog doet. Voor het gedeelte van de windturbine zal dat wel zo zijn. Er zal ook een overeenkomst gemaakt worden om coöperanten van Volterra de mogelijkheid te geven om elektriciteit van de windturbine af te nemen via Ecopower.

Toen het contract werd afgesloten, was er geen vuiltje aan de lucht. Het is een Duitse fabrikant, bijna alle ontwikkelaars in Vlaanderen waren er mee in zee gegaan. Het probleem is ontstaan door een cashprobleem omwille van grote projecten die vertraagd waren.

De onderhoudsafdeling, inclusief de onderhoudscontracten, is overgenomen door Siemens. Het onderhoud blijft dus gegarandeerd.


Digitale meter - batterijen/opslag 

De uitrol van digitale meters door de netbeheerder is volop aan de gang. In 2020 geeft dat geen enkele verandering. Klanten kunnen kiezen voor enkelvoudig tarief, voor tweevoudig tarief of voor systeem 2. - dat is wat vroeger de bidirectionele meter werd genoemd. Pas in 2021 zijn er nieuwe mogelijkheden. Veelgestelde vragen rond de digitale meter en zonnepanelen, leest u in ons informatiedossier zonnepanelen.

Vanaf 2021 zullen mensen met zonnepanelen die die meer produceren dan ze verbruiken een vergoeding krijgen voor hun overschot. Dit moet de overheid nog praktisch uitwerken.

Vanaf 2021 zullen er nieuw prijssystemen mogelijk zijn. Zo kan er een prijs komen die de uurprijs van de markt volgt. Ecopower onderzoekt of dit nuttig kan zijn voor de klanten, en of dit een maatschappelijke meerwaarde kan hebben. Bijvoorbeeld om het mee kan helpen aan het evenwicht van het net. Voor het aanbieden van flexibiliteit is er voorlopig nog geen economisch model.

Ecopower volgt mee een onderzoeksproject op van EnergieID, de ‘Hybrinator’.

We volgen dit op en nemen deel aan een aantal Europese projecten rond batterijen, slimme meters en flexibiliteit. Op dit moment is er geen bedrijfscase voor. Daarvoor zijn de marktprijzen van elektriciteit onvoldoende hoog en is de vergoeding voor flexibiliteit te laag. Alleen als een groter batterijsysteem in een bedrijfsomgeving ook nut heeft als noodgenerator en voor de verbetering van de netkwaliteit, kan het een rendabel model worden.

Er kan wel verwacht worden dat de kostprijs van batterijen omlaag gaat. Vanaf 2021 kan je voor nieuwe zonnepanelen niet meer werken met de terugdraaiende meter. Dan kunnen batterijen een oplossing zijn om het directe verbruik te verhogen en daarmee de rendabiliteit van de installatie.

Om het maatschappelijk ook nuttig te maken is het stuursysteem van de batterijen het best verbonden met een centraal signaal (bv. de marktprijs). Standaard zijn batterijen al vol nog voor de piek eraan komt en leeg voor de hoogste consumptie op het net er is.

Ook andere vormen van energieopslag volgen we - vanop een afstand. Hoe dichter die technologie staat bij de eindconsument, hoe interessanter voor ons om te volgen. Power to gas bijvoorbeeld. Dat is vandaag duur. Het heeft wel de mogelijkheid om opslag over langere termijn te voorzien.


Zonnepanelen

Er zijn een aantal openbare aanbestedingen geweest voor het plaatsen van zonnepanelen op openbare gebouwen. De belangrijkste zijn de aanbestedingen van het Vlaams Energiebedrijf (VEB) per provincie. Ecopower won die in Vlaams-Brabant, Antwerpen en Limburg. Dat deden we in samenwerking met andere hernieuwbare-energiecoöperaties. Daarmee kunnen op openbare gebouwen (gemeentelijke gebouwen, scholen, ziekenhuizen, …), zonder bijkomende aanbesteding, zonnepanelen geplaatst worden – als die instantie hier vragende partij voor is. Hier lees je meer. Daarnaast was er bijvoorbeeld ook een aanbesteding van de stad Leuven waarbij we op tien gebouwen grote installaties gaan leggen.

Ook in de stad Antwerpen is er een project waarbij er op een aantal gebouwen zonnepanelen komen. Dit zou moeten leiden tot een groter aantal investeringen in 2020.

Coöperanten kunnen hun gemeentebestuur vragen om zonnepanelen te plaatsen via de procedure van het VEB.

Het afraden van een te grote installatie is om financiële redenen. Hoe meer de zonnestroom lokaal verbruikt wordt, hoe gunstiger het financiële plaatje.

Vanaf 2021 kan een particulier een vergoeding krijgen voor de extra elektriciteit die op het net gezet wordt, het stuk dat meer is dan zijn eigen verbruik. Dit zal echter een klein bedrag zijn dat niet opweegt tegenover een extra investering.

Het klopt dat er periodes geweest zijn waarin zonnepanelen voor Ecopower niet interessant waren. De prijs van zonnepanelen is ondertussen sterk gezakt en het investeringsklimaat was lang onstabiel omdat de overheid de regels veranderde. Of zonnepanelen interessant zijn, hangt immers af van de wettelijke omstandigheden van het ogenblik. De kennis voor het opzetten van de projecten is in elk geval in huis. Dankzij de aanbesteding bij het Vlaams Energiebedrijf worden extra procedures vermeden.

We zijn wel enthousiast over die technologie, maar zien geen model waarbij Ecopower als coöperatie daarin kan investeren. De technologie en de prijs voor zonnepanelen die elektriciteit opwekken is veel sterker geëvolueerd dan die voor zonneboilers. Het is hoogtechnologischer dan het lijkt.

Het is aan de overheid en de distributienetbeheerder om daarvoor mogelijkheden te creëren. Op termijn zijn mogelijk ook andere technieken, op basis van dunne film, een optie voor deze huizen. Ze veranderen niets aan het uiterlijk van het huis.

Die verhouding verandert steeds omdat mensen zonnepanelen plaatsen en er nieuwe klanten bij komen. Ongeveer de helft van de klanten van Ecopower heeft zonnepanelen. Bijna 20% zit dicht bij een netto-nulverbruik per jaar.

Dat kan niet. Het ziet er ook niet naar uit dat het zal kunnen. Als er daarvoor mogelijkheden komen zal dat in eerste fase voor bewoners onder hetzelfde dak zijn (bv. bij een nieuw appartementsgebouw).

Nee. We hebben de kennis in huis, maar die dient voor de controle en het onderhoud van installaties. Nieuwe investeringen en groter onderhoud worden uitbesteed op basis van prijsvergelijking van offertes.


Warmtenetten

Ecopower wil in 2020 starten met de investering in twee warmtenetten. Het is een eerste stap. We kunnen daar uit leren en de bedoeling is dat er vervolg op komt. Uiteraard moeten de investeringen rendabel zijn en maatschappelijk nuttig. Zowel het project in Eeklo als dat in Mortsel maakt gebruik van restwarmte die anders in de omgeving terecht komt.

Wij volgen geboeid wat het Vito doet met geothermie: ze willen daar aardwarmte nuttig gebruiken en er elektriciteit mee maken. Zoals verwacht loopt dat niet van een leien dakje. Er zijn al aardbevingen geweest, een vergeefse boring naar warm water kost al snel miljoenen euro’s. Er is al een terloops contact geweest over investeren, maar Vito is eerst zijn project aan het uitwerken.

Projecten kunnen in een zone waarvan geweten is dat er water van meer dan 100°C te vinden is. Dat is in de zone van de Kempen naar Limburg. Vroeger is daar tevergeefs geboord naar aardolie, waardoor daar een kaart van bestaat.

Onze projecten met warmtenetten spelen in op de recuperatie van geloosde warmte. Er zijn een reeks mogelijkheden in Vlaanderen voor het gebruik van recuperatiewarmte. Dit moet onderzocht worden.


Waterkracht

We hebben drie kleine waterkrachtcentrales. Er zijn geen nieuwe projecten op komst. Het potentieel van waterkracht is niet zo groot in Vlaanderen: meestal zo’n 5 tot 10 kW. Voor waterkracht zijn er standaard ook geen groenestroomcertificaten (meer). Alleen als de elektriciteit maximaal ter plaatse wordt gebruikt, kan het rendabel zijn. We zien dus weinig mogelijkheden maar blijven geïnteresseerd.


Toekomst

In 2020 is het bestuursorgaan met een strategische oefening gestart, om onze doelen verder te verfijnen en af te lijnen in een snel evoluerende maatschappij. Bevragingen en beslissingen van de energiecafés zijn een van de bronelementen voor deze oefening. Er komen nog momenten waarop we u als coöperant (opnieuw) betrekken.

We laten ons hiervoor begeleiden door Febecoop. Het is nog niet bepaald hoe het precies zal lopen. Coöperanten worden zeker betrokken, ook het personeel en andere ‘stakeholders’.

De resultaten van de strategische oefening zullen hun beslag pas krijgen na 2020, op een termijn van vijf, tien, vijftien jaar in de toekomst. Er zullen keuzes gemaakt worden, maar ook nieuwe werkterreinen kunnen open gaan. Doelen zullen geconcretiseerd worden en meetbaar gemaakt voor evaluatie.

Het is een interessante piste omdat het model dat wij idealiter willen gebruiken heel geschikt is voor lokale besturen. Dit gebeurt eerder gefaseerd. Omdat we ook voldoende tijd moeten hebben om de contacten op te volgen.

Soms loopt het ook mis met zorgvuldig uitgebouwde contacten, bijvoorbeeld als de gemeenteraadsverkiezingen voor een andere coalitie zorgen, die niet verder gaat op het ingeslagen pad. Dan is er veel tijd verloren gegaan.

We moeten ook voorzichtig zijn met voorbereidende contacten, want als er dan op een bepaald moment een publieke procedure wordt gestart, moeten we ook nog kunnen deelnemen.

Met de algemene vergadering van 2021 staat er een statutenwijziging op de agenda. We moeten ons aanpassen aan de nieuwe vennootschapswetgeving en aan de resultaten van de strategische oefening. Ook de datum kan dan opgenomen worden.

We rijden al een hele tijd met de handrem op: er is steeds een behoorlijke jaarlijkse groei zonder dat daar reclame voor hoeft gemaakt te worden. Als we sterk inzetten op reclame, is er kans dat we te veel kapitaal binnenkrijgen en niet kunnen volgen met de investeringen.

Uiteraard hopen we op basis van veel projecten toch de kans te krijgen om eens een stevige campagne op te zetten.

We zijn overigens één van de grootste hernieuwbare-energiecoöperaties in Europa terwijl we nooit reclame gemaakt hebben.

Inhoudelijk dragen we dikwijls zelf de boodschap niet uit, maar steunen wel koepelorganisaties zoals REScoop.eu, REScoop.Vlaanderen en Coopkracht.

Voorlopig is de keuze om daar geen investeringen in te doen. We zien wel dat coöperanten geïnteresseerd zijn in deelmobiliteit.

Er zijn contacten geweest over het leveren aan laadpalen op plaatsen die publiek toegankelijk zijn, maar omdat we tot op heden beperkt zijn in de hoeveelheid elektriciteit die we beschikbaar hebben, is daar niet vol op ingezet. De focus ligt op investeren in hernieuwbare energie.

Ecopower heeft een aantal stappen gezet op de weg van energiebesparing, zoals het eco-traject. Het is moeilijk om daar een model van te maken dat commercieel werkt. In dit concept zorgde Ecopower niet voor de financiering, wel voor het faciliteren.

Uit andere projecten leren we dat een rollend fonds voor specifieke doelgroepen een oplossing zou zijn. Ecopower heeft de middelen om een dergelijk rollend fonds op te zetten. Tegelijk willen we geen al te grote risico’s nemen of bijzonder arbeidsintensieve langetermijnengagementen nemen. Het zou een overweging kunnen zijn in de strategische oefening.

Ecopower is betrokken in het project RHEDcoop. Hierin wordt gewerkt aan energiebesparing. Mogelijk komen hier modellen uit komen die uitgerold kunnen worden,. Net zoals uit het onderzoeksproject Hybrinator.

De Hybrinator is een onderzoeksproject waarbij er een aantal test-installaties zijn uitgevoerd en een enquête is uitgestuurd.

Het doel van de ‘Hybrinator’ is zonnestroom beter gebruiken en het fossiele verbruik van gas (fossiele brandstof) verlagen. Het concept bestaat uit een kleine, goedkope warmtepomp, geplaatst naast de bestaande installatie (bv. gasverwarming). Dit is ideaal in combinatie met zonnepanelen.

De enquête bij de coöperanten bevraagt de mogelijkheden en of mensen bereid zijn te investeren. Het resultaat valt nog af te wachten maar wordt zeker gecommuniceerd.

We willen dat graag. Tegelijk willen we geen te grote risico’s nemen, die het bedrijf in gevaar kunnen brengen. Dat beperkt de groei weer.

Op zich passen gascentrales in de transitie van fossiele energie naar hernieuwbare-energiebronnen. Ze kunnen dynamisch de tekorten opvangen. Het is niet gunstig dat een quasi-monopolist in productie net de partij is die een bijkomende grote centrale gaat bouwen. Daarmee blijft die partij de markt domineren.

Een spreiding over de provincies is niet de eerste insteek van Ecopower. Overal waar er een mooi en rendabel project mogelijk is, willen we dat doen. In de praktijk hebben we projecten in elke Vlaamse provincie.


Klanten - coöperanten

Er zijn 50.000 aansluitingen en dus iets minder klanten, want sommige mensen hebben meerdere aansluitingen. Anderzijds wonen er soms meerdere coöperanten op het adres van een aansluiting. Er zijn bijna 60.000 coöperanten.

Er is op dit moment geen doelstelling voor een bepaald aantal klanten of coöperanten. De instroom van kapitaal en coöperanten komt vandaag aan een tempo dat zorgt voor een constante investeringsdrive. Tegelijk hebben we net genoeg elektriciteit om te leveren.

Nee. Er is al een aantal jaren geen wachttijd meer voor nieuwe klanten. In 2010 werd 80% van de geleverde elektriciteit aangekocht – van interessante projecten. De wachttijd diende om eigen productie meer in evenwicht te krijgen met de afname. Na een hele reeks investeringen is deze wachttijd afgeschaft. Dit heeft heel kort een effect gehad op de instroom van klanten, daarna is het tempo van instroom min of meer gelijk gebleven.

We willen heel graag zo veel projecten dat we een publieke oproep naar kapitaal kunnen lanceren. Tot nu hebben we dat niet gedaan. Als we bijvoorbeeld voor een nieuw project een oproep zouden doen, wordt dat wellicht vlug volgestort, maar de jaren erna kunnen we dan geen geld meer ophalen. Het beleid tot op heden is om de instroom te laten openstaan. Zo geven we zo veel mogelijk mensen de kans om mee in te stappen.

Hoe we de coöperanten betrekken, daar blijven we aan werken. De energiecafés zijn er om meer over de inhoud te kunnen spreken. Er is ook een experiment met een coöperantengroep, om samen te investeren in zonnepanelen. Doordat ze onder de vleugels van Ecopower vallen, moeten ze geen aparte coöperatie oprichten waardoor veel administratie wegvalt. Als we hier een model van kunnen maken, bekijken we of we dit ook elders kunnen uitrollen.

De ervaring met de infosessies naar aanleiding van de algemene vergadering van 2020 leert dat er nog andere mogelijkheden zijn om de coöperanten te betrekken.

Dat is de richting waarin Europa uit wil met Citizen Energy Communities en Renewable Energy Communities. Die kunnen verschillende vormen aannemen. De coöperatie past daar helemaal in en is ook de meest concreet werkende vorm.

Door samen te investeren in zonnepanelen en de winst uit te keren in de vorm van dividend en bovendien door de elektriciteit ook te leveren waar de coöperant woont, zorgen we voor de meest concrete vorm van zonnedelen.

We onderzoeken hoe we coöperanten kunnen laten samenwerken in kleine groepen. Bijvoorbeeld op Antwerpen-Zuid zal een groep samen investeren in zonnepanelen op daken van (appartements)gebouwen. Het voordeel hierbij is dat ze onder de structuur van Ecopower vallen en dus zelf geen organisatie moeten opstarten.

Nee, dat zal waarschijnlijk niet gebeuren. In dat geval zullen mensen die het kunnen betalen distributiekosten uitsparen en mensen die het niet kunnen betalen zullen meer distributiekosten aangerekend krijgen. Dat is moeilijk verkoopbaar.

Dit zal wel mogelijk worden onder één dak, bijvoorbeeld bij een nieuw appartementsgebouw.

De essentie van Ecopower is net dat er coöperanten kunnen bijkomen. We willen zoveel mogelijk mensen de kans geven om mee te investeren in hernieuwbare energie.


Personeel

Ecopower heeft eind 2019 44 personeelsleden. Gemiddeld over het jaar zijn dat 40,7 voltijdsequivalenten. Dat zijn 25 mannen – waaronder de 8 arbeiders in de fabriek – en 19 vrouwen.

Ja. De groepsverzekering betaalt het bedrijf volledig en voor iedereen, arbeiders en bedienden.

Ecopower zou daar het liefst geen onderscheid in maken. Werknemers die het werk doen van een arbeider moeten echter in het statuut arbeider aangeworven worden. Als dat niet zo is kan dat aanleiding geven tot juridische problemen later. We proberen de stelsels wel zo dicht mogelijk bij elkaar te houden. Zo geven we iedereen een dertiende maand en passen op alle lonen de indexering van het paritair comité van de bedienden toe.


Elektriciteitslevering

Het capaciteitstarief zal niet voor 2021 zijn. Als het ingevoerd wordt zal Ecopower zijn prijssysteem hieraan aanpassen.

Met dit systeem zou (een deel) van de distributiekost aangerekend worden als een vaste kost. Dat zou gebaseerd kunnen zijn op het maximale piekverbruik in een jaar tijd. Ecopower heeft bij een bevraging ingebracht dat dit beter op maandniveau is, zodat de klant altijd een motivatie blijft hebben om zijn gelijktijdig verbruik laag te houden. Het lijkt vooral een systeem op vraag van de distributienetbeheerders om hun inkomsten te garanderen.

De elektriciteit die over is, wordt verkocht aan de markt. Dat is aan dezelfde prijs als aan de coöperanten. Dat heeft dus geen effect. Ook als er een tekort is heeft dat geen effect, omdat we aan die prijs ook kopen van bevriende coöperaties of van andere interessante projecten.

In 2021 nemen we een nieuw IT-systeem in gebruik voor de levering van elektriciteit. Het wordt dan ook mogelijk om te leveren aan bedrijven. Er is nog niet beslist om dat te doen en als we dat doen, wat de randvoorwaarden zijn.

De bedoeling is dat de huidige prijs voor de rest van het jaar aangehouden wordt. Onze prijs wordt voor een jaar vastgelegd, volgens de marktprijs. Het is niet de bedoeling dat we daar bovenop winst maken. Het is wel kostendekkend.

Gaat de marktprijs bijvoorbeeld omlaag, zoals nu door het coronavirus, dan zal onze prijs hoger worden ten opzichte van contracten met een variabele prijs. Later gebeurt dan evengoed het omgekeerde. Onze klanten blijven wel grotendeels stabiel, dus dit lijkt een goede keuze te zijn.

De prosumentenbijdrage is een deel van de netvergoeding en is door alle leveranciers op dezelfde manier aan te rekenen. Het is een forfaitair bedrag op basis van het vermogen van de omvormer. Het is de distributiekost van elektriciteit die met de terugdraaiende meter op het net is gezet en daarna er weer af gehaald. Wie het prosumententarief niet meer wil, kan overschakelen naar een tweede systeem (voorheen bidirectionele meter). Daarvoor is er wel een digitale meter nodig. In dat systeem wordt alle elektriciteit gemeten die op het net wordt gezet en alle elektriciteit die van het net wordt gehaald. Je betaalt dan de reële distributiekosten en niet het forfaitaire bedrag.


Andere

De wetgeving voorziet de mogelijkheid tot digitaal stemmen voor zover de statuten dit vermelden.
Artikel 6:75 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bepaalt dat de statuten « de aandeelhouders de mogelijkheid kunnen bieden om op afstand deel te nemen aan de algemene vergadering door middel van een door de vennootschap ter beschikking gesteld elektronisch communicatiemiddel ».

Hoewel de statuten van Ecopower dit nog niet voorzien, is het momenteel de meest pragmatische en werkbare keuze om de aandeelhoudersvergadering toch te laten doorgaan op de statutair bepaalde datum. De gezondheidscrisis veroorzaakt door het COVID-19 virus en het daaruit voortvloeiende overheidsverbod op bijeenkomsten is zonder enige twijfel een geval van overmacht dat het fysiek houden van een algemene vergadering verhindert en zelf expliciet verbiedt, inclusief zware sancties.

Het alternatief om de aandeelhoudersvergadering uit te stellen naar een latere datum, leidt tot gelijkaardige onregelmatigheden inzake statuten en regelgeving. We zouden dan de statutair bepaalde datum niet respecteren en daarbij nog steeds geen zekerheid hebben dat we voor het einde van de maand juni (i.e. de deadline voor het goedkeuren en neerleggen van de jaarrekening) alsnog de vergadering mogen/kunnen houden. Ook hier zouden we ons dan moeten beroepen op overmacht wegens het niet naleven van de statutaire en reglementaire voorschriften (het nieuwe wetboek vennootschappen en verenigingen).

Gezien de huidige uitzonderlijke maatschappelijke omstandigheden en in de wetenschap dat het bestuursorgaan bij de digitale aandeelhoudersvergadering, de aandeelhouders de mogelijkheid biedt om deel te nemen aan de debatten, hun stem digitaal uit te brengen, een volmacht te geven of rechtstreeks deel te nemen aan de vergadering, zij het via elektronische weg, is dit volgens ons de juiste aanpak. We gaan er ook van uit dat de aandeelhouders van Ecopower begrip hebben voor de uitzonderlijke maatregelen die we in deze zeer unieke omstandigheden nemen.

De federale regering heeft onlangs een meer soepele regeling voor de jaarlijkse aandeelhoudersvergaderingen uitgewerkt. Deze laat toe de vergadering uit te stellen of ze te laten doorgaan, maar in omstandigheden die enerzijds verzoenbaar zijn met de maatregelen genomen naar aanleiding van de COVID-19 crisis, en anderzijds toch aan de aandeelhouders en de leden toe te laten hun stemrecht uit te oefenen en hen de kans geven vragen te stellen. Het is dus wettelijk een digitale algemene vergadering te organiseren zonder dat de statuten dit vermelden.

Er is een profiel uitgeschreven voor de controlerende vennoten. Om de drie jaar is er een verkiezing op de algemene vergadering. Ze stellen zich op voorhand kandidaat. Ze worden door de algemene vergadering aangesteld om tussen de algemene vergaderingen in de werking van Ecopower nauwer te volgen en de vragen te stellen waar er op de algemene vergadering te weinig tijd voor is.

Er is geen vaste regel: niet wettelijk en niet in de statuten. Het is een keuze van de algemene vergadering van 2017 om maximaal vijf controlerende vennoten te verkiezen. We houden dat aan. Meer controlerende vennoten is niet goed werkbaar. Minder kan als er onvoldoende kandidaten zijn die een meerderheid van de stemmen halen.

Voor elektriciteit wordt elke geproduceerde kWh vergeleken met de best beschikbare fossiele productie. Dat is een STEG (gas-)centrale met een uitstoot van 400 gram CO2 per kWh. Op basis van internationaal aanvaarde berekeningen heeft windenergie een uitstoot van 11 gram CO2 per kWh. Voor zonnepanelen is dat 45 gram CO2 per kWh. Voor waterkracht is dat 24 gram CO2 per kWh.

Voor warmte uit houtpellets wordt vergeleken met een niet al te slechte installatie op stookolie. Die heeft een uitstoot van 305 gram per kWh. De uitstoot van houtpellets hangt af van de nabijheid van het hout en het volledige proces van de aanmaak en transport. Hiervoor is een externe audit gebeurd. Die is verplicht voor de certificering. Het resultaat is 22,5 gram CO2 per kWh.

De vermeden CO2 door hernieuwbare elektriciteit is zo 36.713 ton. De vermeden CO2 door pellets en briketten is 28.661 ton.

De afgelopen 20 jaar is Ecopower sterk gegroeid. We werken al meer dan 15 jaar met dezelfde software. Op dit moment is er een gebrek aan integratie. Er zijn ook heel wat mogelijkheden die ontbreken. De nieuwe software biedt hiervoor een oplossing. Hiermee gaan we ook klaar zijn voor de verdere ontwikkeling van Ecopower.

Daar zijn we nog niet, maar we willen zeker een feestje organiseren om iedereen binnenkort in levende lijve te ontmoeten!